Valkuil van geluk
One Night Stand
door WALTER VAN DER KOOI
Van de negen single plays uit de reeks One Night Stand zijn er nog vijf te gaan. Deze en volgende week twee aanraders, niet voor niets door de jury van het Filmfestival, samen met het al uitgezonden Maite was hier, genomineerd als kandidaten voor het Kalf voor ‘beste tv-drama’: Barbosa en Anvers. Spelend aan de maatschappelijke onderkant. De eerste in Mokums penoze, vakkundig gemaakt naar de wetten van de misdaadfilm met spannende plot, maar tegelijk zo ‘gewoon’ dat de geloofwaardigheid beduidend groter is dan die in Hollands boevenseries. De tweede onder Antwerpens ongeschoolde arbeiders, waar de economische crisis ook crisis in de geest van een jonge werkloze en daarmee in diens gezin veroorzaakt. Sociaal-realisme waarvoor je in Wallonië en Noord-Frankrijk moet zijn (Dardenne) en zoals dat hier zelden gemaakt wordt. Misschien ook omdat acteurs die arbeiders spelen zelden geloofwaardig zijn. Maar Vlamingen Thomas Ryckewaert en Daphné Verhelst zijn verbluffend overtuigend, wat mede zal hebben bijgedragen aan het Kalf dat gewonnen werd.
Toch breek ik hier graag een lans voor een film die niet bij de beste drie werd genoemd: Lynn van regisseur Margot Schaap, die samen met Bastiaan Kroeger het scenario schreef. Lynn is een buitengewoon hachelijke onderneming, een valkuil. Lynn is weinig meer dan de aandachtige observatie van een etmaal uit het leven van een twintigjarige studente. En ja, het leven uit één dag heeft geen dramatische opbouw, geen exposé, spanningsboog, catharsis, ontknoping, epiloog. Ikzelf drink thee ’s ochtends, u misschien koffie. U leest een boek ’s avonds, ik kijk televisie. Uit ons valt geen filmscenario te destilleren. Geconditioneerd als deze kijker is wacht hij dan ook lang op samenhangen, plotwendingen, ontknopingen, betekenissen. Die komen niet, althans niet in klassiek dramaturgische zin. Lynn fietst vaak en veel, want ze woont als kraakwacht buiten het centrum, en ze moet naar haar baantje (klein meisje ontbijt geven en naar school brengen, later weer halen); terug naar haar tijdelijk huis; langs haar moeder, waar zelfstandige studente prompt even weer kind wordt – door de houding van die moeder maar ook uit zichzelf; naar college; naar De Slegte; terug naar huis; uit met vriendin; langs vriendje; weer naar haar baantje. Onderweg komt ze bekenden tegen, voert gesprekjes zoals we die met kennissen voeren – vriendelijk, beleefd, niet al te geboeid; zoals we die met vrienden voeren – hartelijk, vertrouwd, waarbij de woorden er soms nauwelijks toe doen; zoals we die met familie voeren – vul zelf maar in. Maar de dialogen herbergen niet, zoals meestal, de ontwikkeling van een verhaal. Ze zijn wat ze zijn. Tranches de vie. Lynn is kortom onderweg en, zonder de nadrukkelijkheid die mijn woorden suggereren, dat onderweg zijn is ook metafoor.
De aandachtige waarneming van dat meisje door de camera resulteert meer en meer in een tocht naar haar binnenkant. Daarbij gaat het niet om geheimen, trauma’s, crises, zoals in veel drama, maar om veel gewonere, ogenschijnlijk kleinere dingen. In fietsende Lynn begon ik veel van mijn studenten te zien: beetje onzeker, zoekend, met keuzes die gemaakt zijn maar ook andere hadden kunnen zijn en dat morgen misschien ook weer worden. Er ligt voor jonge mensen zo veel meer open dan voor mijn generatie, een verrukkelijke vrijheid die je, veel meer dan vroeger, verantwoordelijk maakt voor je eigen geluk en die dus niet zo verrukkelijk is. Sietske van der Meij (Lynn) is prachtig in alledaagsheid en ongewisheid. Het geluidsdecor (verkeer, half opgevangen conversaties) bepalend voor de sfeer. Nooit gedacht dat ik het tegenover betrokken sociaal-realisme nog eens op zou nemen voor een bevoorrecht licht stuurloos meisje.
Lynn, vrijdag 4 december, Nederland 2, 22.50 uur